Moderne Godsdienst als sociale organica
Onderstaande rondbrief met bovengenoemde titel werd op 11 mei jl. aan een aantal vrienden en
collega’s gemaild en is nu op deze Pinkstermaandag enigszins gecorrigeerd en bewerkt op deze openbare blog te lezen, en wel ter herinnering aan het Pinkstergebeuren van 848 onder de ster van Munsalvaesche: het revolutionaire Graalkoningschap van Parzival
Niet ingegaan is eigenlijk op het allergrootste wonder ooit, zou men kunnen zeggen en mij ook verwijten, namelijk aan het oer-Pinkstergebeuren
in het jaar 33, toen de heilige geest, zoals Jezus Christus in zijn afscheidsrede had aangekondigd, zich als de kosmische liefde aan de apostelen, daarna de discipelen en meerder honderden heeft geopenbaard. Dit was ook het moment dat Christus de geest van de aarde is geworden, en de aarde daarmee Zijn Lichaam. Dit is door Rudolf Steiner in zijn reeks voordrachten vanaf 1910 over het Vijfde Evangelie nader uitgelegd als een centraal gebeuren binnen het mysterie van Golgotha. Het op 28 mei aangekondigde [update: maar vertraagd] werk "De Jezusmysteriën - Rudolf Steiners Evangeliënenchronologie en de Christusprophetie van Zarathoestra" van Werner Greub gaat hierover, met name over het tot nu toe onbegrepen en onderdrukte geheim van de twee verschillende Jezuskinderen die door een mystieke vereenzelviging zich tot een wezen transformeerde, de uiteindelijke Jezus van Nazareth die zich dan tijdens de doop door Johannes in de Jordaan met het kosmische Christuswezen heeft verbonden.
Sociaal-organisch modelbedrijf
Dit centrale gebeuren in de mensheid is eigenlijk de christologische onderbouwing voor wat Herbert Witzenmann schrijft in zijn "Aforistische aansporingen voor een Seminaar over Sociale Organica" dat als vierde verhandeling in de publicatie "Een nieuwe economische orde - Rudolf Steiners sociale organica als nieuwe vormgeving aan de aarde" zal verschijnen en waarvan een lopende vertaling op de gelijknamige blog te bestuderen is. Wat hij als filosoof/antroposoof daar schrijft over de moderne Godsdienst is natuurlijk in de contekst van de hele verhandeling danig onderbouwd, maar ik wil het toch als een soort eigen aansporing kort samenvatten. Witzenmanns aansporingen betreffen het oprichten en in stand houden van een sociaal organisch modelbedrijf of -instelling, dan wel een reeds bestaand bedrijf op een sociaal-organische grondslag stellen. Hij beschrijft dit in 11 onderdelen, waarin o.m. de begrippen morele intuïtie, fantasie en techniek en het zog. "tegenstroomprincipe" uit eerdere verhandelingen verder worden ontwikkeld. Dit principe is in staat om storende en tot nu toe onopgeloste sociaal-economische polariteiten zoals de inherente, en soms voor bruut geweld zorgende tegenstelling tussen arbeid en kapitaal te harmoniseren. Verder komen de begrippen "epochale en bedrijfstechnische rechtsvorming", "drie machtsvormen" dwz. "organisatie-, vernietigings- en uitvoeringsmacht", "de rechtvaardige prijs" en "basis- en individueel inkomen" aan de orde. Deel 10 van zijn betoog begint dan met het allerbelangrijkste belang van het scheppen van een cultuur van beraadslaging en wederzijds begrip, iets wat in de buurt van ons poldermodel komt. Dan stelt hij tegenover het begrip "menswaardigheid van de de arbeid", het begrip "arbeidswaardigheid van de mens", waardoor wellicht de minimale voorwaarde is geschapen, voor het citeren van wat onmiddellijk daarna komt: "De dienst aan het organisme van de aarde en het sociale organisme is de moderne Godsdienst, waartoe de mensen zich eerst waardig moeten maken. Men hoeft niet bang te zijn om dit godsdienstig character van een echt sociaal-organisch model cru uit te spreken. Want het gaat geenszins om een plaatsvervangende bevrediging van verouderde en sentimentele behoeftes van kerkgangers. Veeleer gaat het om een element van economische efficiëntie en sociale rechtvaardigheid. Want de arbeidswaardigheid is vergaand identiek aan de waardigheid van de beraadslagingen en de vaardigheid om deze door te voeren. Deze behoeven een bewuste cultuur. De hiervoor ter beschikking staande vormingsmiddelen zijn naast meditatie en de oefening van de zielenobservatie (introspectie) vooral een inleiding in de antroposofie als algemene mens- en wereldkunde alsmede kunstzinnige oefeningen op het gebied van de door Rudolf Steiner nieuw ontsloten kunsten. De wetenschappelijke en kunstzinnige vorming binnen bedrijven die door Rudolf Steiner dringend aanbevolen werden en die in het kader van de tevens door Rudolf Steiner aanbevolen bedrijfsgesprekken in te bouwen zouden zijn, is onder vele gezichtspunten iets waar een toekomstige bedrijfsvoering dringend naar verlangt.'
Met deze inleiding hoop ik ook een richtingwijzend antwoord te hebben bemiddeld op problemen en belemmeringen bij de pogingen om vernieuwende impulsen, oasen der menselijkheid dan wel "flowtowns" te bedenken en op te richten.
Werkkamer Willehalm, Amsterdam, 11 mei 2013 – Morgen, 12 mei is het volgens het Graalboek van Werner
Greub “Willem
van Oranje, Parzival en de Graal – Wolfram von Eschenbach als historicus”
precies 1265 jaar geleden dat Parzival, door het stellen van de vraag:
“Oh oom wat deert je?” Anfortas van zijn leiden heeft verlost, en wel
door de bemiddeling van Degene die de Jongeling van Nain weer tot leven
bracht. En dat bovendien hijzelf, Parzival in de Graalburcht Munsalvaesche in aanwezigheid van zijn vrouw Kwondiramour, zijn oom Kyot=Willehalm, zijn zoon
Lohengrin, zijn Arabische halfbroer Feirefiz, en overige graalridders en
jonkvrouwen op 12 mei, 848 in het graalpaleis Munsalvaesche in het Graalland
Terre de salvaesche Graalkoning is geworden. (Waarschuwing tussendoor:
voorzichtig, er komen nog wat meer lange zinnen die een meditatieve lezing
verlangen maar waarvoor verdere verklarende verwijzingen zijn aangegeven!)
Kluizenaar Trevrizent
Na deze inhuldiging is het eerste wat Parzival doet dat
hij met een kleine schaar graalridders naar de kluizenaar Trevrizent rijdt die
een driedelige grot bewoont anderhalve mijl van de graalburcht vandaan beneden
in het dal. Deze Trevrizent is kluizenaar geworden om boete te doen voor zijn
broer de zwaarlijdende visserskoning Anfortas (het grote Graalverhaal is
een uitgebreide familiekroniek over het Graalgeschlacht). Als Trevrizent hoort
dat Parzival het Graalkoningschap heeft “veroverd”, roept hij verbaasd
dat dit het grootse wonder is dat ooit is geschied, namelijk dat Parzival
de vervulling van zijn wensen om Graalkoning te worden van de heilige
Drie-eenheid heeft afgedwongen en daarmee het erfelijkheidsprincipe heeft
overwonnen door een spirituele daad! (Parzival was namelijk, erfelijk gezien,
niet voorbestemd om Graalkoning te worden, wel Graalridder. Zie voor
verdere uitleg het hoofdstuk over Wolfram’s astronomie in het bovengenoemde Graalboek
van Greub.)
Het wonder van Munsalvaesche
Natuurlijk is deze “zelfverlossing” (de overgang,
psychologisch gesproken, van het alles en zichzelf betwijfelende intellectualisme naar het weer met het heelal en zichzelf verbonden intuïtionisme maar nu zelfbewust, een heuse gruwel in de ogen van de leiding
van de Kerk van Rome. Deze wil haar
wankelende positie als bemiddelaar in de relatie tussen God en de mens als haar
diepste bestaansgrond ten koste van alles verstevigen en behouden. En daarom
deze indirecte “zelfzaligverklaring” gaarne als een mooi en spannend sprookje
beschouwen, opdat deze diepe waarheidsgehalte, het eigenlijke mysterie van het
Parzival Pinksteren van 848 als het wonder van Munsalvaesche, een herhaling van
de Ster van Bethrlehem, verborgen blijft en mensen niet tot ethische
“zelfproductie”, het eigenlijk doel van het aards bestaan, aanleiding geeft.)
De Deugden – Op naar een nieuwe hoffelijkheid
Met deze brief wordt een verdere poging ondernomen
om een een nieuwe, moderne Graalbeweging, een Willehalm Ridderorde van het
Woord, in het leven te roepen, een beweging naar een Nieuwe Hoffelijkheid
– dat laatste is de ondertitel van de tentoonstelling “De Deugden” in de Amsterdamse Stopera,
die verleden vrijdag eindigde en nu naar een meer passend, meer verheven
onderdak zoekt. Passender, omdat de blauwe expositewand van de Stopera, met all
respect en enige uitzonderingen, niet bepaald de juiste omgeving is gebleken
voor de 13 diepzinnige filosofisch antroposofische muurmeditaties van Herbert
Witzenmann en de fraaie illuminaties van Jan de Kok over de opeenvolgende en in
elkaar overgaande zielenstemmingen van de maanden van het jaar: vanaf
januari: moed
wordt tot verlossingskracht tot en met december: Het
in toom houden van de tong wordt tot waarheidsgevoel.
Petitie voor een Willehalm Ridderorde van het Woord
Dit is de dus een Pinksterbrief, de eerste van een reeks
brieven van en over de Willehalm Ridderorde (i.w.) ter herinnering aan wat er morgen 1256 jaar
gebeurde, gericht aan degene vrienden en collega’s die de ontwikkelingen rond
de komende petitie aan koning Willem-Alexander om een ridderorde van het Woord in
te stellen, mogelijk willen volgen en wellicht eventueel willen ondersteunen.
De petitie is, in wezen, een verdere poging om het huidige, aan de politiek
geknechte, onder ministeriële verantwoording liggende, (dus niet staande)
koningschap wil omvormen in een vrij koningschap van het Woord, en wel in
navolging van het graalkoningschap van Parzival op Pinksterzondag, 12 mei 848,
een koningschap dat door de koninklijke of sociale kunst en de sociale
organica wordt uitgeoefend. (Ik heb hier al eerder over geschreven bv. als een bijdrage
aan de modenisering van de monarchie in het nawoord op Greubs grandioos Graalboek.)
De tweevoudige unieke positie van de huidige monarch
De koning en koningin hebben weliswaar alles gedaan om
iedereen te overtuigen dat ze net zo gewoon als u en ik zijn, maar dat neemt
het feit niet weg dat de positie van de koning in twee opzichten totaal uniek
is in ons land. Ten eerste is hij de enige die koning mocht worden met alle privilegiën
van dien. Dit laatste houdt ook in dat hij de enige in ons koninkrijk is die,
grondwettelijk gezien, een nieuwe ridderorde kan instellen. Iets wat aan hem dus gevraagd zal worden, maar dat hij alleen maar zal overwegen te doen (of
waarschijnlijk niet doen, maar je weet het nooit) op advies van de Raad van
Hoge Adel, die daarom dus ook de petitie toegestuurd zal worden of persoonlijk
overhandigd, wanneer het zo ver is. Dit zou op zijn laatst 28 mei 214 moeten
zijn, wanneer het precies 1200 geleden is dat Willehalm in
Saint-Guilhelm-le-Désert in Zuid-Frankrijk gestorven zou zijn.)
Ten tweede is de monarch uniek in die zin dat deze de
enige in het hele koninkrijk is die zijn mening niet in het openbaar mag
verkondigen. Deze bepaling is een overtreding van Artikel 1 van de Grondwet.
(In mijn laatste PowerPoint presentatie “Het beleg en de bevrijding van
Oranje” tijdens de tentoonstelling “De Deugden in het Amsterdamse
Stadhuis op 3 mei jl. heb ik getracht deze bevrijding van het huidige, gebonden
koningschap te illustreren aan de hand van het beleg van de stad Orange door de
Saracenen en de bevrijding door Willehalm en de zijnen, waarbij niet de
wereldwijd toenemende Islamisering als de grootse vijand werd beschreven maar het
huidige materialistische beschavingsprincipe, dat alle takken der wetenschap,
technologie, politiek en economie etc. naar zijn hand heeft gezet. Deze grootste
macht ter wereld (Witzenmann) die de onmenselijkheid in haar vaandel draagt zou
dus door een nieuw beschavingsprincipe, de sociale organica dat boven de
democratie uitgaat en deze aanvult, vervangen moeten worden. Iets wat kan gebeuren door het
oprichten van een model-oase der menselijkheid, zoals bv. uiteengezet is in Geldordening
als beschavingsprincipe – Een nieuw financieel stelsel vereist een nieuw
beschavingsprincipe van Herbert Witzenmann en verder in de komende
publicatie Een nieuwe
economische orde – Rudolf Steiners sociale organica als nieuwe vormgeving aan
de aarde.)
Radio Parzival?
Deze nieuwe ridderorde zou verder ook een tegenwicht,
liever gezegd tegenlicht, kunnen en moeten bieden aan het Vaticaan met name
haar stormtroepen de Jesuïten, waarvan een hunner zelfs paus is geworden. Deze
eist bv. de alenige bevoegdheid om iemand heilig, dan wel zalig te verklaren,
en gebruiken als een middel voor hun machtsuitoefening ook de heilige Maria
die (bv. op Radio Maria) herhaaldelijk in vroom maar dronend gebed
“de Moeder van God” wordt genoemd, terwijl zij niets meer of minder is geweest
dan de moeder van het Jezuskind uit het Evangelie van Lukas, de Jezus die pas
later als Jezus van Nazareth tijdens de doop in de Jordaan zich met Christus
heeft verbonden (De Willehalm Ridders van het Woord zouden als antwoord en
aanvulling daarop een Radio Parzival kunnen starten). Ook wil de Vaticaan, naar verluidt, niet bekend maken dat er, zoals Rudolf Steiner
in zijn Vijfde Evangelie voor het eerst rond 1910 al naar buiten heeft gebracht,
naast de Maria van het Lukasevangelie ook een Maria van het
Matteüsevangelie bestaat, wier kind niet door de herders maar door de drie
Koningen werd bezocht, gehuldigd en aanbeden. En, in tegenstelling tot het
Lukas kind dat naar Egypte moest vluchten om aan de beulen van de zwartmagiër
koning Herodes te ontkomen, zich op 18jarige leeftijd (weer volgens
Greub) in de tempel van Jerusalem met de 12-jarige Jezus van het Lukas
geboorteverhaal heeft verenigd. (In het recente boek bv. “Jezus van Nazareth” over diens kinderjaren van de vorige, al gauw vergeten, Duitse paus
wordt dat geheim weggemoffeld in wazige denkbwegingen.) Dit geheim
en dat van de twee verder Jezus genoemde mannen (de Jezus van Nain en de Jezus
ben Pandira) is echter o.m. wat uitgebreid aan de orde zal komen in het voor 28
mei, Sint Willehalmsdag, aangekondigde en al bestelbaar boek “De
Jezusmysteriën - Rudolf Steiners Evangeliënchronologie en de Christusprophetie
van Zarathoestra” van Werner Greub. Dit is een onderdeel van het derde deel
van zijn Graaltrilogie over de oorspronkelijke historische Willehalm, Willem of
te wel Wilhelmus van Oranje, Parzival en de Graal, dat voor 28 mei, ter viering
van de officiële (maar slechts vermoedelijke) 1200ste sterfdag van
Willehalm, aangekondigd is (update: verzet naar het streefdatum 26 juni, Sint Jansdag).
Graaloorlog aan het Goetheanum
Het derde doel van de Willehalm Riddersorde (i.o.) dat
nagestreefd zou kunnen en moeten worden is de positie in deze zaak belichten
van de Algemene Anthroposofische Vereniging in Zwitserland met name het
huidige bestuur daarvan en tevens de verantwoordelijken voor het Goetheanum, de
Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschappen. Laatste heeft weliswaar als
goede daad het boek van Werner Greub in 1974 uitgegeven, maar daarna,
toen het werd aangevallen, niet verdedigd, zelfs de publicatie van de
twee volgende delen lang onderdrukt. Mede door andere verzwarende
omstandigheden, is daardoor deel 2 en deel 3 daarvan pas na de dood van de
schrijver in 1997 pas in 2003 en 2004 uitgegeven door zijn zoon (In een
hoofdstuk “Uiteenzetting met mijn critici” uit deel 2 noemt de schrijver deze
interne richtingstrijd aan het Goetheanum zelfs een Graaloorlog! In mijn inleiding
op deel 1 heb ik hierover bericht.) En heeft het 16 jaar (!) geduurd alvorens de
Engelse vertaling als manuscript is verschenen, en liefst 24 jaar eer de
complete Nederlandse vertaling is uitgekomen. Dat bestuur zou nu eindelijk na
zo veel jaren tenminste de weerlegging van de treffende kritiek door
Werner Greub in dat hoofdstuk in deel 2 van zijn Graaltrilogie van de kritiek
van Nederlandse antroposoof en Germanist Halbach moeten laten afdrukken
in het weekblad “Das Goetheanum”, om daardoor de zo lang onderdrukte grondige
discussie over dit werk te openen. Dit zou ook kunnen gebeuren in een
Nederlands vertaling van dat kritische denktoernooi met een inleiding door de
Antroposofische Vereniging in Nederland, met name door haar centrum de Vrije
Hogeschool voor Geesteswetenschappen in het blad van de Vereniging Motief. Met de nodige medewerking onderneemt dat
naar behoefte het Willehalm Instituut zelf, want ik zie de bovengenoemde aanbeveling niet zo gauw gebeuren...
Een ieder nog een gelukzalig Parzival Pinksteren en
Vurige Tongen wensend, in de hoop dat deze brief in een behoefte voorziet om
meer helderheid te verkrijgen omtrent de mogelijk doelen van en deelname aan
een Willehalm Ridderorde (mijn excuses als dit niet het geval is) en ook
enigszins leesbaar is, verblijf ik,
Robert Jan Kelder
Geen opmerkingen:
Een reactie posten