woensdag 1 november 2023

J’ACCUSE.3.0 –Hoe de Nederlands Twin Towers Pim Fortuyn en Theo van Gogh door toedoen van de Nederlandse overheid neergehaald werden.


Wat voor America het trauma van het neerhalen van de Twin Towers in New York op 11 september 2001 is, is hier te lande het trauma van de moord op onze twee hoog boven het maaiveld uittorende vrije geesten, namelijk Pim Fortuyn, die zoals bekend op 6 mei 2002 in het Media park te Hilversum werd neergeschoten en Theo van Gogh die op 2 november 2004 niet alleen doodgeschoten, maar ook gekeeld werd. Wat echter niet algemeen bekend is – omdat het door de betreffende overheden en de bovengrondse pers en media in de doofpot is gestopt is – is dat deze overheden klaarblijkelijk zelf voor deze misdaden verantwoordelijk waren dan wel door ze te faciliteren er direct betrokken bij waren. Deze uitdagende stelling zal nu wat betreft de betrokkenheid van de Nederlandse overheid bij het neerhalen van de Nederlandse Twin Towers kort aangetoond worden en wel aan de hand van drie boeken. Het is dus eigenlijk niets iets volkomen uit de lucht gegrepen.

Als eerste is dat het door het Willehalm Instituut in 2008 te Amsterdam uitgegeven boek “DE GOUDEN  TIP – De verstrengeling van onder- en boven wereld en de moord op G. J. Heijn” door de Servische top contra-inlichtingen agent wijlen Slobodan Radojev Mitric, beter bekend of liever gezegd miskend als Karate Bob. Deze werkelijkheidsroman  betreft weliswaar niet het neerhalen van de Nederlands Twin Towers, maar wel, zoals de titel aangeeft, de diepe corruptie in ons staatswezen en daarmee diens onbetrouwbaarheid, omdat in dit boek uit de doeken wordt gedaan dat het oorspronkelijke doelwit van de partij die voor de moord van de broer van Albert Heijn verantwoordelijk was niet de enkeling, wijlen Ferdi Elzas was, maar nota bene de toenmalige koonprins Willem-Alexander en bovendien dat de leiders van het onderzoek naar de moord van het uiteindelijke slachtoffer G.J. Heijn nota bene zelf betrokken waren bij de ontvoering! Voor de in 2009 verschenen Engelse vertaling “THE GOLDEN TIP – The Entanglement of the Upper and Underworld and the Murder of Gerrit Jan Heijn” schreef ik als uitgever en vertaler onder de pseudoniem Christian Eremos een “Verantwoording en oproep voor gerechtigheid J’ACCUSE”. Deze persoonlijke aanklacht eindigde (op blz. 13) als volgt: “I end this update for the English edition by broadening my appeal for an investigation on the disclosures made in it to all human rights organizations, institutions and individuals fighting miscarriages of justice wherever they may occur. Their feedback and support will contribute to the publication of a sequel to The Golden Tip, in which the show trial of the author in 1988, presided over by a judge (R.H.) under scrutiny for a conflict of interests and even high treason (see chapter 49), will take center stage.” De response op deze “J’Accuse 1.0” was nul op rekest; het boek alsook de Engelse vertaling werd in de doofpot gestopt. Er kwam geen nader onderzoek, de zaak werd niet heropend en bleef bekend als een lugubere eenmansactie van een vertwijfelde, inmiddels bij een verkeersongeval omgekomen ingenieur.

De twee andere boeken, die nu wel direct verband hebben met onze Twin Towers trauma, zijn als eerste het in 2007 verschenen boek “Moord namens de Kroon?” van Ine Veen over de moord op Pim Fortuyn, waarvan mijn enige kritiek is dat de titel niet met een vraagteken maar met een uitroepteken zou moeten eindigen, en als tweede de door het Willehalm Instituut in 2012 uitgegeven werkelijkheidsroman “Doodlopende weg – Waarom de Nederlands geheime dienst haar top geheimagent Theo van Gogh heeft vermoord” van de voorheen genoemde Slobodan Mitric, waarvan vorig jaar een tweede editie bij de herdenking werd gepresenteerd.  Deze twee boeken vormde de basis voor mijn tekst “J’ACCUSE – IK KLAAG AAN” die vanwege mijn afwezigheid in het buitenland door mijn broer Johannes Kelder bij de herdenking van de moord tekst: op Pim Fortuyn op 6 mei dit jaar ten gehore werd gebracht en aan de toehoorders uitgedeeld. Hier volgt de enigszins verkorte tekst, dus de “J’Accuse 2.0” door de mond van mijn broer:

“Er kleeft bloed aan de handen van de Nederlands overheid, want deze heeft niet allen de laffe moord op Pim Fortuyn op 6 mei 2002 op het mediapark in Hilversum maar ook de even laffe moord op Theo van Gogh op 2 november 2004 in Amsterdam Oost op haar geweten. Want het waren namelijk geen luttele eenmansacties maar in feite door de overheid in het geheim uitgevoerde, dan wel gefaciliteerde en vervolgens toegedekte staatsliquidaties die de bovengrondse Vaderlandse pers en media in de doofpot hebben gestopt. Bovendien klaag mijn broer het Openbare Ministerie aan, omdat het de werkelijke handlangers en opdrachtgevers van deze moorden niet opgespoord en aangeklaagd, maar vrijuit hebben laten gaan.

De bewijsvoering voor deze zware aantijgingen – die voor velen waarschijnlijk als complottheorieën terstond naar het rijk der fabelen zullen worden verwezen – ligt wat betreft de moord op Pim Fortuyn in het boek door Ine Veen. Op basis van dit boek heeft mijn broer Robert Jan verleden jaar bij de herdenking op 6 mei ter overstaan van de pers (hier) op het plaats delict en daarna bij het monument van Pim Fortuyn in Rotterdam uit de doeken gedaan dat vlak voor de linkse milieuactivist Volkert van de Graaf met een revolver op Pim Fortuyn zijn schoten afloste, de Libanese huurmoordenaar Abu Fatah liggend op het dak van het elektriciteitshuisje op het Mediapark de dodelijke schoten heeft afgevuurd en daarna door de politie in een donkerblauwe BMW naar Schiphol werd gereden. Niet Volkert van de Graaf, maar Abu Fatah is dus de eigenlijke moordenaar van Pim Fortuyn en kan derhalve het vraagteken achter de titel van het boek “Moord namens de Kroon?” vervangen worden door een uitroepteken! De bovengrondse pers en media vonden echter het blijkbaar niet nodig om ook maar één woord vuil te maken aan deze reconstructie bij de herdenking verleden jaar op het plaats delict van wat er toen precies 20 jaar geleden zich daar voor drama afgespeeld heeft…

Wat betreft de moord op Theo van Gogh ligt de bewijsvoering voor de aantijgingen in de reeds genoemde true crime van de in barre armoede in 2016 gestorven Slobodan Mitic, een boek dat mijn broer sinds de uitgave in 2012 elk jaar bij de herdenking op 2 november van de moord op Theo van Gogh bij het monument voor het Vrije Woord ‘De Schreeuw; in het Amsterdamse Oosterpark gepresenteerd heeft. In een poging de lugubere, ja machiavellische achtergrond van deze staatliquidatie ook in het buitenland boven water te halen werd in 2016 het boek in een Engelse vertaling onder de titel “Dead End Street – Why the Dutch Secret Service Murdered their Top Secret Agent Theo van Gogh uitgegeven. In dit literair misdaadsverslag wordt namelijk onthuld dat de Islamitische fundamentalist Mohammed Bouyeri niet – zoals stelselmatig beweerd werd en waarvoor hij nu voor levenslang achter de tralies zit opgesloten – slechts in zijn eentje Theo van Gogh heeft vermoord, maar dat hij nota bene deel was van een buitenlandse moordcommando en dat de liquidatie door de Nederlandse geheime dienst en de politie in opdracht van de staat en kroon werd gefaciliteerd en geënsceneerd en bovendien zelfs door de islamitische gemeenschap in Amsterdam gefinancierd met een publieke huldiging van de Prins des Doods in aanwezigheid van een Iman en twee lijvige bodyguards op een met bloemen bezaaide Javastraat in Amsterdam-Oost twee dagen voor de moord!Dit en een aantal en andere hoofdstukken uit dit boek en de deels gefilmde toespraken die mijn broer sinds de presentatie ervan heeft gehouden zijn allemaal te lezen op internet. Zo ook zijn toespraak uit 2015 onder de titel “Obstructievan de rechtsgang - Doofpotcultuur van Justitie c.q. de AIVD verhindert een correcte rechtsgang inzake de moord op Theo van Gogh”. Al eerder werd een schriftelijk aanbod van Slobodan Mitric aan de “Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten” om achter gesloten deuren voor het door (oud)minister Plaskerk aangezwengelde heronderzoek naar deze moord te getuigen over openbare gebeurtenissen totaal genegeerd. Zijn brief aan die Commissie, die hij als World Director Reserve Police-International schreef, eindigde hij als volgt: ‘Ik ben bereid om onvoorwaardelijk over deze dingen onder ede te verklaren bij een rechter. Ik hoop dat alle moordenaars van Theo van Gogh opgepakt en bij de rechtbank gebracht worden en ook diegenen die deze zaak bewust onder tafel willen houden – onder anderen ex-burgemeester Job Cohen, [voormalige] staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Fred Teeven, Theodorus Cornelis Holman en zo voort en zo voort.’

Ook bij al deze herdenkingen schitterde de bovengrondse vaderlandse en buitenlandse pers en media door hun afwezigheid, zodat tot op de dag van vandaag in het binnen- en buitenland onder een groot deel van de bevolking nauwelijks iets van de werkelijke achtergrond van het neerhalen en uitschakelen door de Nederlandse overheid van deze “Nederlandse Twin Towers” bekend is geworden, ja van deze twee torende ridders van het woord, die hun inzet voor vrijheid en gerechtigheid in ons land met hun leven betalen moesten. Het is waarlijk ongehoord en ongekend, en verdient tot op de bodem door ridders van het vrije woord in dienst van de waarheid en gerechtigheid verder uitgezocht en bekend gemaakt te worden. De duistere krachten, het kwaad zal immers zegevieren als mensen van goede wil het kwaad niet neutraliseren door het aan het licht te brengen!”

Met deze woorden eindigde op 6 mei jl. mijn broer het voorlezen van deze tekst, dus de “J’Accuse 2.0” En met dank aan hem en de houders van de spandoek van de Willehalm Riderorde van het Woord (i.o.) eindig ik deze toespraak namens deze Ridderorde mijn “J’Accuse 3.0”.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten