Als eerste is dat het door het Willehalm Instituut in 2008 te Amsterdam uitgegeven boek “DE
GOUDEN TIP – De verstrengeling van onder-
en boven wereld en de moord op G. J. Heijn” door de Servische top contra-inlichtingen agent wijlen Slobodan Radojev Mitric, beter bekend of liever gezegd miskend als Karate Bob. Deze werkelijkheidsroman betreft weliswaar niet het neerhalen van de Nederlands
Twin Towers, maar wel, zoals de titel aangeeft, de diepe corruptie in ons staatswezen
en daarmee diens onbetrouwbaarheid, omdat in dit boek uit de doeken wordt
gedaan dat het oorspronkelijke doelwit van de partij die voor de moord van de
broer van Albert Heijn verantwoordelijk was niet de enkeling, wijlen Ferdi
Elzas was, maar nota bene de toenmalige koonprins Willem-Alexander en bovendien
dat de leiders van het onderzoek naar de moord van het uiteindelijke slachtoffer
G.J. Heijn nota bene zelf betrokken waren bij de ontvoering! Voor de in 2009
verschenen Engelse vertaling “THE GOLDEN TIP – The Entanglement of the Upper and Underworld and the Murder of Gerrit Jan Heijn” schreef ik als uitgever en
vertaler onder de pseudoniem Christian Eremos een “Verantwoording en oproep
voor gerechtigheid J’ACCUSE”. Deze persoonlijke aanklacht
eindigde (op blz. 13) als volgt: “I end this update for the English edition by
broadening my appeal for an investigation on the disclosures made in it to all human
rights organizations, institutions and individuals fighting miscarriages of
justice wherever they may occur. Their feedback and support will contribute to
the publication of a sequel to The Golden Tip, in which the show trial of the
author in 1988, presided over by a judge (R.H.) under scrutiny for a conflict
of interests and even high treason (see chapter 49), will take center stage.” De response op deze “J’Accuse 1.0”
was nul op rekest; het boek alsook de Engelse vertaling werd in de doofpot
gestopt. Er kwam geen nader onderzoek, de zaak werd niet heropend en bleef
bekend als een lugubere eenmansactie van een vertwijfelde, inmiddels bij een
verkeersongeval omgekomen ingenieur.
De twee andere
boeken, die nu wel direct verband hebben met onze Twin Towers trauma, zijn als
eerste het in 2007 verschenen boek “Moord namens de Kroon?” van Ine Veen over de moord op Pim Fortuyn, waarvan mijn
enige kritiek is dat de titel niet met een vraagteken maar met een uitroepteken
zou moeten eindigen, en als tweede de door het Willehalm Instituut in 2012
uitgegeven werkelijkheidsroman “Doodlopende weg – Waarom de Nederlands geheime dienst haar top geheimagent Theo van Gogh heeft vermoord” van de voorheen
genoemde Slobodan Mitric, waarvan vorig jaar een tweede editie bij de herdenking werd gepresenteerd. Deze twee boeken vormde de basis voor mijn tekst “J’ACCUSE
– IK KLAAG AAN” die vanwege mijn afwezigheid in het buitenland door mijn broer
Johannes Kelder bij de herdenking van de moord tekst: op Pim Fortuyn op 6 mei dit
jaar ten gehore werd gebracht en aan de toehoorders uitgedeeld. Hier volgt de
enigszins verkorte tekst, dus de “J’Accuse 2.0” door de mond van mijn broer:
“Er kleeft
bloed aan de handen van de Nederlands overheid, want deze heeft niet allen de
laffe moord op Pim Fortuyn op 6 mei 2002 op het mediapark in Hilversum maar ook
de even laffe moord op Theo van Gogh op 2 november 2004 in Amsterdam Oost op
haar geweten. Want het waren namelijk geen luttele eenmansacties maar in feite
door de overheid in het geheim uitgevoerde, dan wel gefaciliteerde en
vervolgens toegedekte staatsliquidaties die de bovengrondse Vaderlandse pers en
media in de doofpot hebben gestopt. Bovendien klaag mijn broer het Openbare
Ministerie aan, omdat het de werkelijke handlangers en opdrachtgevers van deze
moorden niet opgespoord en aangeklaagd, maar vrijuit hebben laten gaan.
De bewijsvoering voor deze zware aantijgingen – die voor
velen waarschijnlijk als complottheorieën terstond naar het rijk der fabelen
zullen worden verwezen – ligt wat betreft de moord op Pim Fortuyn in het boek door
Ine Veen. Op basis van dit boek heeft mijn broer Robert Jan verleden jaar bij de
herdenking op 6 mei ter overstaan van de pers (hier) op het plaats delict en
daarna bij het monument van Pim Fortuyn in Rotterdam uit de doeken gedaan dat
vlak voor de linkse milieuactivist Volkert van de Graaf met een revolver op Pim
Fortuyn zijn schoten afloste, de Libanese huurmoordenaar Abu Fatah liggend op
het dak van het elektriciteitshuisje op het Mediapark de dodelijke schoten
heeft afgevuurd en daarna door de politie in een donkerblauwe BMW naar Schiphol
werd gereden. Niet Volkert van de Graaf, maar Abu Fatah is dus de eigenlijke
moordenaar van Pim Fortuyn en kan derhalve het vraagteken achter de titel van
het boek “Moord namens de Kroon?” vervangen worden door een uitroepteken! De
bovengrondse pers en media vonden echter het blijkbaar niet nodig om ook maar één
woord vuil te maken aan deze reconstructie bij de herdenking verleden jaar op
het plaats delict van wat er toen precies 20 jaar geleden zich daar voor drama afgespeeld
heeft…
Wat betreft de moord op Theo van Gogh ligt de
bewijsvoering voor de aantijgingen in de reeds genoemde true crime van de in barre
armoede in 2016 gestorven Slobodan Mitic, een boek dat mijn broer sinds de uitgave
in 2012 elk jaar bij de herdenking op 2 november van de moord op Theo van Gogh
bij het monument voor het Vrije Woord ‘De Schreeuw; in het Amsterdamse
Oosterpark gepresenteerd heeft. In een poging de lugubere, ja machiavellische achtergrond
van deze staatliquidatie ook in het buitenland boven water te halen werd in 2016
het boek in een Engelse vertaling onder de titel “Dead End Street – Why the Dutch Secret Service Murdered their Top Secret Agent Theo van Gogh” uitgegeven. In dit literair misdaadsverslag wordt namelijk onthuld
dat de Islamitische fundamentalist Mohammed Bouyeri niet – zoals stelselmatig beweerd
werd en waarvoor hij nu voor levenslang achter de tralies zit opgesloten –
slechts in zijn eentje Theo van Gogh heeft vermoord, maar dat hij nota bene
deel was van een buitenlandse moordcommando en dat de liquidatie door de
Nederlandse geheime dienst en de politie in opdracht van de staat en kroon werd
gefaciliteerd en geënsceneerd en bovendien zelfs door de islamitische
gemeenschap in Amsterdam gefinancierd met een publieke huldiging van de Prins
des Doods in aanwezigheid van een Iman en twee lijvige bodyguards op een met
bloemen bezaaide Javastraat in Amsterdam-Oost twee dagen voor de moord!Dit en een aantal en andere hoofdstukken uit dit boek en de deels
gefilmde toespraken die mijn broer sinds de presentatie ervan heeft gehouden zijn
allemaal te lezen op internet. Zo ook zijn toespraak uit 2015 onder de titel “Obstructievan de rechtsgang - Doofpotcultuur van Justitie c.q. de AIVD verhindert een correcte rechtsgang inzake de moord op Theo van Gogh”. Al eerder werd een schriftelijk aanbod van Slobodan
Mitric aan de “Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten” om achter gesloten deuren voor het door (oud)minister
Plaskerk aangezwengelde heronderzoek naar deze moord te getuigen over openbare
gebeurtenissen totaal genegeerd. Zijn brief aan die Commissie, die hij als
World Director Reserve Police-International schreef, eindigde hij als
volgt: ‘Ik ben bereid om onvoorwaardelijk over deze dingen onder ede te
verklaren bij een rechter. Ik hoop dat alle moordenaars van Theo van Gogh
opgepakt en bij de rechtbank gebracht worden en ook diegenen die deze zaak
bewust onder tafel willen houden – onder anderen ex-burgemeester Job Cohen,
[voormalige] staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Fred Teeven, Theodorus
Cornelis Holman en zo voort en zo voort.’
Ook bij al deze
herdenkingen schitterde de bovengrondse vaderlandse en buitenlandse pers en
media door hun afwezigheid, zodat tot op de dag van vandaag in het binnen- en
buitenland onder een groot deel van de bevolking nauwelijks iets van de
werkelijke achtergrond van het neerhalen en uitschakelen door de Nederlandse
overheid van deze “Nederlandse Twin Towers” bekend is geworden, ja van deze twee
torende ridders van het woord, die hun inzet voor vrijheid en gerechtigheid in
ons land met hun leven betalen moesten. Het is waarlijk ongehoord en ongekend,
en verdient tot op de bodem door ridders van het vrije woord in dienst van de
waarheid en gerechtigheid verder uitgezocht en bekend gemaakt te worden. De
duistere krachten, het kwaad zal immers zegevieren als mensen van goede wil het
kwaad niet neutraliseren door het aan het licht te brengen!”
Met deze woorden eindigde op 6 mei jl. mijn broer het voorlezen van deze tekst, dus de “J’Accuse 2.0” En met dank aan hem en de houders van de spandoek van de Willehalm Riderorde van het Woord (i.o.) eindig ik deze toespraak namens deze Ridderorde mijn “J’Accuse 3.0”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten